Is loonstijging de oplossing voor de crisis? In Duitsland zijn er loonstijgingen van 5 procent. En de consumenten hebben daar geen last van investeringsvrees. Nee, er wordt gretig uitgegeven. En dit is goed voor de economie. Ja maar, worden we dan niet te duur, hoor ik u zeggen? We zijn toch altijd aan het polderen om met elkaar de lonen laag te houden? We leven toch boven onze stand en zouden eens kunnen matigen? Allemaal waar. Maar er spelen meer zaken. Het is in elk geval eens een leuke totaal andere invalshoek om de economie weer aan de gang te krijgen en de crisis te bezweren.
Nederland moet rekening houden met een ‘derde dip’. De tweede recessie in korte tijd is weliswaar voorbij, meldde het CBS vorige week. Maar de economie kwakkelt nog zodanig dat de groei binnenkort gemakkelijk weer kan omslaan in krimp, waarschuwde het Economisch Bureau van ING gisteren.
Dat komt voor een groot deel door de Nederlandse consumenten. Die lijken op dit moment angstig veel op de Grieken, de Portugezen en de Spanjaarden. Geplaagd door een zwakke huizenmarkt, overheidsbezuinigingen die een gat in de koopkracht slaan en een zeer matige loonontwikkeling weigeren ze geld uit te geven. Omdat het buitenland ook niet uitbundig groeit, kan de export niet als grote redder optreden.
De ING-economen vestigen hun hoop op de oplossing van de eurocrisis: een duidelijk pad naar een banken- en begrotingsunie en, om dat makkelijker te maken, een ruim monetair beleid van de ECB. Dan zullen consumenten weer meer vertrouwen krijgen. Met de laatste eurotop zijn er aardige stappen in die richting gezet. Het is niettemin nogal twijfelachtig of de Nederlandse consument de eurodeal van gisteren opvat als een signaal om zich vandaag richting winkelstraat te spoeden.
Die Nederlandse consument zou eens inspiratie bij de oosterburen kunnen opdoen, in plaats van zich te meten met Zuid-Europa. De Duitsers hebben weinig last van pessimisme. Hoe doen ze dat? Niet omdat hun regering de economie wel lekker stimuleert. Hoewel economen het aanbevelen kan bondskanselier Merkel, net als premier Rutte, het zich niet permitteren flink uit te geven terwijl de rest van Europa scherp moet snijden. Er is echter nog een andere weg naar economische groei en die heet loonstijging. Werkgevers en werknemers bereiken in Duitsland akkoorden met 4 of 5 procent salarisverhoging. Ook de ambtenaren gaan er flink op vooruit. Dat is nog eens wat anders dan de in Nederland gepredikte nullijn, niet alleen voor door de overheid betaald personeel maar ook voor de marktsector.
De Nederlandse werkgevers wijzen altijd op de export, als argument voor zuinigheid. Te hoge loonsprongen maken Nederlandse waar duurder en dus onaantrekkelijker. Laat dat nu juist zijn wat de muntunie nodig heeft. In de luwte van de felle gevechten over bankenunie, eurobonds en reddingsfondsen werkt de Europese Commissie aan maatstaven voor evenwicht in de euro-economie. Eén van de diepere oorzaken van de ellende is namelijk dat het noorden sinds de invoering van de euro meer is gaan exporteren en het zuiden meer gaan importeren. In de toekomst zouden die overschotten en tekorten op de betalingsbalansen aan maxima gebonden moeten worden, plus bijbehorende straffen voor wie over de schreef gaat.
Een te groot overschot betekent dan een geldboete voor de Nederlandse overheid, of een advies van de Europese Commissie de lonen eens flink op te jutten. Goed, zover is het nog niet, als het er al echt van komt. Maar het zou toch even schrikken zijn voor de voorzitter van werkgeversorganisatie VNO-NCW als hij voortaan het pakketje looneisen vanuit een net kantoorpand in Brussel ontvangt.